• Nazarener, Vurstenaar en Semmerzakenaar begraven in de Necropolis van Grimde
Nazarener, Vurstenaar en Semmerzakenaar begraven in de Necropolis van Grimde
Nazarener, Vurstenaar en Semmerzakenaar begraven in de Necropolis van Grimde
Nazarener, Vurstenaar en Semmerzakenaar begraven in de Necropolis van Grimde
Nazarener, Vurstenaar en Semmerzakenaar begraven in de Necropolis van Grimde
Nazarener, Vurstenaar en Semmerzakenaar begraven in de Necropolis van Grimde

Nazarener, Vurstenaar en Semmerzakenaar begraven in de Necropolis van Grimde

CLS_Nazareth
N_POLS_MVDA_2016_graven gesneuvelden Pols-regio in Grimde

Op 18 augustus 1914 vond een zware confrontatie plaats tussen het Belgische leger en de oprukkende Duitse troepen. Het gevecht speelde zich af aan de Getelinie ter hoogte van Grimde en Sint-Magriete-houtem. Het 3de en 22ste linieregiment van het Belgisch leger moest de Duitsers daar ophouden zodat de andere Belgische divisies vlot konden terugtrekken richting Antwerpen.

Het 3de en 22ste linieregiment had zich opgesteld op een hoogte zodat ze enig strategisch voordeel op de Duitse aanvallers hadden. Onder de Belgische troepen waren er 3 jongemannen die uit de regio Leie-Schelde afkomstig waren. De 28-jarige Nazarener Theophiel François Alleene was een gewone landarbeider, maar op 1 augustus 1918 werd hij onder de wapens geroepen. Theophiel maakte deel uit van het 22ste linieregiment en werd naar dus naar de Getelinie vlakbij Tienen gestuurd. Ook de 22-jarige Vurstenaar Abel Prosper Goedertier werd opgeroepen. Van beroep was hij landbouwer. Abel ging ook deel uitmaken van de 22ste divisie. Valeer Constant Bloemperk uit Semmerzake was 26 en moest ook gaan dienen in het Belgische leger. Hij werd eveneens ingedeeld in de 22ste divisie.

Theophiel, Abel en Valeer kwamen alledrie om tijdens de zware gevechten op 18 augustus 1914. Het was een zwarte dag voor de Belgen. Ze stonden tegenover een grote Duitse overmacht. Bovendien beschikten de Duitsers over modernere wapens.

Theophiel, Abel en Valeer kregen op 4 april 1915 samen met meer dan 100 omgekomen soldaten een definitieve laatste rustplaats in de Necropolis van Grimde. De ruïne van de oude romaanse Sint-Pieterskerk van Grimde die sinds de 19de eeuw leegstond werd ingericht als necropool. Dit op initiatief van de gemeentelijke ontgravingsdienst. De leden van de dienst vonden dat de gesneuvelden van de gevechten aan de Getelinie allemaal een mooi graf verdienden.

In eerste instantie werden de doden gewoon onder de aarden vloer begraven, maar in de periode 1922-1928 werd de kerk gerestaureerd en werd de necropool grondig aangepast. Op ieder graf werd een witte natuurstenen zerk geplaatst met daarin een Belgische helm en een eikenblad gebeiteld. De helm is vanzelfsprekend een symbool van het Belgisch leger en het eikenblad staat voor moed en wijsheid. De identieke graven symboliseren op hun beurt de 'gelijkheid in dood'.

Ook op het graf van de drie jongemannen uit onze streek rust dezelfde sobere witte zerk. Ze stierven in een zinloze en waanzinnige oorlog. Het is een magere troost, maar hun laatste rustplaats is zeer waardig.
foto
Nazareth
Gavere
2016